Hak voor de ganache de stukken chocola fijn (ik vergruis ze in de keukenmachine) en doe ze in een middelgrote, wijde kom. Verhit de room tot tegen de kook aan (maar laat hem niet koken) en giet hem over de chocolade. Laat 5 minuten zo staan en klop het mengsel, liefst met een elektrische handmixer, tot het koud, dik en glanzend is. Het moet dun genoeg zijn om te kunnen gieten, maar dik genoeg om op de taart te blijven hangen. In dit stadium moet de ganache tussen een saus en een glazuur in hangen. Later wordt het hard en gaat het glanzen, zoals op een Sacher-torte. Giet wat van de ganache op het snijvlak van een helft van het gebak en spreid het over het hele oppervalk uit met een paletmes. Laat eventjes uitharden, en klop dan de slagroom bijna stijf met de suiker (een paar eetlepels met kop erop), en klop dan de mascarpone erdoor. Verspreid dit over de onderste helft met de ganache laag. Leg de andere helft van de taart erbovenop, probeer de mascarponeroom zoveel mogelijk binnen de randen van de taart te houden. Giet de rest van de ganache over de taart, laat het langs de zijkant druipen en schep de ganache die eraf loopt op met je mes om ook de zijkant van een laagje te voorzien. De taart is het lekkerst wanneer je hem een dag van tevoren maakt, na een nacht in de koelkast. Voor het serveren zou ik hem een half uurtje uit de koelkast halen, dan kan ie wat op temperatuur komen.