Een echt wit puntje maak je met verse gist, melk, water, bloem, eieren, suiker, zout en boter
Los 25 g verse gist op in een mengsel van 150 ml water en 150 ml melk (afhankelijk van je kwaliteit bloem: hoe beter de bloem, hoe meer vocht je deeg kan opnemen, en dus hoe lekkerder). Meng in een kom met 500 g tarwebloem, 10 g suiker, 2 losgeklopte eitjes en 10 g zout. Draai, als je een elektrische deegmenger hebt, eerst 6 minuten op de laagste stand met de deeghaak. Draai als de bloem al het vocht heeft opgenomen 4 minuten snel en voeg de laatste 2 minuten de 50 g zachte boter erbij. Nu heb je glutenstructuur in het deeg gekneed.
Laat het 20 minuten rijzen, daarna steek je stukken van 50 tot 80 g af. Vorm ze tot puntjes en laat ze opbollen, zodat ze een beetje onder spanning komen te staan. Leg ze op een bakplaat met bakpapier en bestrijk ze met losgeklopte eierdooier. Laat de puntjes nu zo’n 40 minuten rijzen alvorens ze 6 tot 8 minuten te bakken in een voorverwarmde oven (230°C hete lucht).
Dan nog een heel belangrijke truc: strijk de puntjes na het bakken af met een mengsel van 2 el honing en 2 el gesmolten boter, en laat ze dan afkoelen